Zwart/ Wit in kleur
- Sven Sleur
- 9 okt 2015
- 1 minuten om te lezen

ZWART-WIT • tec
Maak kleuropnames van 9 zwarte onderwerpen en 9 witte onderwerpen (‘wit’ c.q. ‘zwart’ betekent dat zeker 90% van het beeld wit dan wel zwart is). Per onderwerp maak je twee opnames; de eerste met een meting via de grijskaart, de tweede met een meting direct op het onderwerp. Stel bij de eerste opname de belichting handmatig in. Maak bij de tweede opname gebruik van de automatische belichting. Maak van de onderwerpen fraaie stillevens. Bijvoorbeeld een glas melk op een wit tafelkleed met daarbij een wit bord, een wit ei in een wit eierdopje, óf een zwarte kat in hoge hoed temidden van een berg steenkool.
Maak de foto’s met zacht licht; dus geen (harde) schaduwen. Buiten bereik je dit bij (licht) bewolkt weer, binnen kun je werken met zeer grote lichtbronnen, zoals een groot raam, lampen via het plafond of een witte muur. Gebruik geen flitslicht. Werk met min of meer frontaal licht (= licht in de rug van de fotograaf, gericht op de voorzijde van het onderwerp) of met diffuus licht (= licht dat alom aanwezig is zonder (duidelijke) lichtrichting). Vermijd té grote contrasten in je onderwerpen. Varieer bij voorkeur met je lichtsituaties, werk bij de witte en de zwarte onderwerpen met
daglicht én kunstlicht. Maak aantekeningen van belichtingstijden, verlichting en omstandigheden. Vergelijk de foto’s met je aantekeningen en trek daaruit conclusies.
Fotografeer in RAW. Stel je camera in op fotograferen met daglicht. Maak van de RAW-bestanden, zonder beeldbewerking, een zodanig contactvel dat je op één A4 twaalf beelden kunt laten zien. Zorg dat de opnamen met en zonder grijskaart paarsgewijs bij elkaar staan. Voor de uitvoering van deze opdracht maak je dus in totaal 3 contactvellen.
Comments